Autotochten


Locarno (zie de boottochten)
 

Kijk voor een tocht naar Locarno onder boottochten.

De dalen rond het Lago Maggiore (Noord)

Het gebied ten westen en vooral ten noorden van Locarno biedt vele mogelijkheden voor dagtochten. Het berglandschap is prachtig en er zijn vele woeste dalen, die erg rustig zijn. De dorpen zijn schilderachtig. Het zijn geen toeristenplaatsen dus u kunt er rustige en mooie wandelingen maken. Neem uw camera mee en een wandelkaart (deze kunt u krijgen bij de VVV van het station van Locarno)

Valle Verzasca

Van Luino rijden naar Locarno. Juist na de splitsing Locarno-Lugano links een vliegveld. Zaterdags is daar altijd parachutespringen. Nog voor Locarno, bij Gordola, staat duidelijk aangegeven “Valle Verzasca”. Het dal is ongeveer30 km lang en de weg is goed begaanbaar. Over een brede asfaltweg komt u bij een dam, 220 meter hoog, met daarachter een stuwmeer. De kloof heeft steile wanden en schitterende rotsblokken. U moet wel even over de dam lopen om een indruk te krijgen van dit machtige waterwerk. U blijft rechts van het meer en rijdt naar Vocarno, dat al weer hoog boven het meer ligt. Via Pregossa komt u in S. Bartolomeo, waar het stuwmeer begint. Hier is ook een brug naar de andere kant van de oever, u kunt daar een wandeling maken naar Corippo. Weer terug bij de auto gaat u door naar Lavertezzo, waar u in zijdalen mooie wandelingen kunt maken. Van de oude Romeinse brug in Lavertezzo ziet u overal machtige uitgeslepen granietblokken liggen, die het gehele landschap een schitterende indruk geven. Na Lavertezzo volgt u Brionne Verzasca. Steeds stijgend komen we in Sonogno waar de weg ophoudt en u alleen wandelend verder het dal in kan gaan. Weer terug en in Cordola langs de hoofdweg naar Luino.

Valle Maggia

U rijdt door het centrum van Locarno heen. De weg naar Valle Maggia is duidelijk aangegeven. Het dal is brder dan Valle Verzasca. Bij Ponte Brollo rechtsaf het dal in. Over Aregno-Cordevio naar Maggia, een leuk dorp met smalle straatjes. Hier ligt op circa 20 minuten lopen de waterval Cascate Della Pozzagio. Met veel haarspelden en steeds stijgend via Cevio Cevio naar Brignasca, waar Valle Baveno  en Valle Broglio beginnen. Van Bignasca het val Lavizarra voilgen over Peccia naar Fusio. Voorbij Bascagna, even voorbij de aanduiding BRONTALLO rechts in de diepte over de Maggia een oude Romeinse brug en over de waterval een kleine hangbrug, die zeker het bekijken waard zijn. Van deze oude brug met de schitterende granietblokken kunt u in Nederland een grote poster kopen bij Verkerke Reproducties B.V., Postbus 30 in Bennekom! (nummer 5489). In Fusio kunt u een wandeling maken van 1 uur over een goede stijgende weg naar het stuwmeer van Sambucco. U kunt dan over de dam wandelen. Terug via Locarno.

Valle Onsernone (Zie ook “Vergelettodal)

Door het centrum van locarno naar Cento Valli. Bij Ponte Brollo rechtdoor, d.w.z. links aanhouden tot Cavigliano en daar rechtsaf langs het riviertje de Iserno. Over een bochtige weg naar Auressio. Het is een smal dal en op veel plaatsen woest en soms wat onheilspellend duister. Van Auressio naar Loco-Mosogno-Russo. Vlak na russo splitst het dal zich in een driesprong met daaroverheen een ingenieuze brug  (Ponto Oscuro – duistere brug) Rechtsaf doorrijden naar Gresso, waar u in het Vergelettodal komt. Wilt u het Vergelettodal voor een andere tocht bewaren en het Valle Onsernone volgen dan gaat u over de Ponte Oscuro naar links over Crana, Cocoligno en Sproga tot aan de “douane” waar de weg overgaat in een voetpad. Deze tocht laat u een stuk imposant natuur zien. Over dezelfde weg terug naar Locarno.

Centovalli met Cannobina

Het Centovalli dankt zijn naam aan de vele zijdalen. Het Centovalli bevat veel bruggen en tunnels. De weg is vrij smal en bochtig maar goed berijdbaar. We beginnen bij Ponte Brollo en houden nu links aan bij Cavigliano. Over Melazza en Isorno naar Intragna. Het dal is heel mooi en u doet er verstandig aan met een snelheid van 30 km goed rechts aan te houden. In Intragna kunt u met een zweefbaan naar Costa.
We vervolgen de tocht en komen dan in Camedo met uitzicht op het lager gelegen stuwmeer. Even later passeert u de grens en komt weer in Italië, waarna  u spoedig in de bedevaartsplaats Santa Maria Maggiore bent. Het dal wordt wat breder en heet hier Valle Vigezzo en is werkelijk schilderachtig mooi. Als u nog verder doorrijdt komt u in Domodosolla waar u linksaf gaat richting Verbania en waar u eventueel in Intra de veerpont naar Lavebo kunt nemen.

Het Vergelettodal

Met de auto naar Locarno en door naar de Ponte Brollo. Het Vergelettodal ligt ten Noordwesten  van Locarno en is een zijdal van het Onsernonedal, dat weer een zijdal is van Centovalli. Bij Ponte Brollo de brug over linksaf het Centovalli in, Richting Simplon. Bij Cavigliano rechtsaf het Onsernonedal in. De weg loopt hoog boven de dalbodem aan de zonzijde van het dal, waar aardige dorpjes liggen zoals: auressio, Loco en Russo. Na Russo draait de weg naar het noorden het Vergelettodal in. Na een paar kilometer komt de Ponte Oscuro, een prachtige tweedelige stenen boogbrug, die eind vorige eeuw gebouwd werd. Tussen de beide brugdelen ligt de wegsplitsing, rechts naar Vergeletto en links via het tweede brugdeel en de overzijde van het dal terug naar boven Onsernonedal.
Het Vergelettodal is dun bevolkt, er liggen slechts twee dorpen en een enkele huizengroep. Gresso ligt rechts omhoog aan een zijweg. Vergeletto ligt aan de hoofdweg. Tijdens het noodweer in augustus 1978 nam de rivier bezit van de hele breedte van de dalbodem, waarbij de weg over kilometers verdween. Huizen werden vernield en alle laag gelegen bouw- en grasland werden overspoeld met stenen en zand. Op beide hellingen is nog te zien dat het regenwater bijna overal van de hellingen naar beneden gekomen is. Terug langs dezelfde weg en let u eens op…..de laatste bushalte voor de Ponte Oscuro heet: Villa Degli Olandesi.

Rondrit om het Lago Maggiore

Luino – Macagno (5 km) – Locarno (41 km) – Cannobio (59 km) – Cannero (86 km) – Intra (79 km) – Pallanza (83 km) – (zie de beschrijving Villa Taranto te Pallanza) – Baveno (99km) – Stresa (103 km) – Lesa (110 km) – Arona (119 km) – Sesto Calendo (129 km) – Laveno (156 km) – Luino (172 km)

Ascona

Ascona ligt zuidelijk van Locarno en wordt veel door toeristen bezocht. Het heeft een langzaam aflopend strand en leuke winkelstraatjes.
In de zomermaanden is Ascona ook ’s avonds zeer de moeite waard. Op de misschien wel de mooiste boulevard langs het meer worden diverse acts uitgevoerd. Levende beelden, Charli Chaplin annimaties maar ook tekenaars en krijtschilders.

Monte Zedda

Een wandeling van ongeveer 6 uur in de buurt van Verbannia. Om er aan te beginnen moet u met de auto via Bee naar Premono rijden. Van Premono naar Il Colle (circa 1250 meter hoog) Hier kunt u het beste met de wandeling beginnen. Vanaf Il Colle linksaf over een smalle weg langs de afgronden. Bijde splitsing linksaf met de vele haarspelden naar boven. Al is het laatste stuk naar de top wat steil, het uitzicht zal uw inspanning belonen.

Dagtocht naar Stresa

Met de pont bij Lavarno naar Intra. Linksaf, waar de weg naar rechts buigt ligt Pallanza. Al direct is Villa Taranto (zie afzonderlijke beschrijving) Naar Baveno of Stresa. Van beide plaatsen varen bootjes naar de Boromeïsche eilanden. Isola Pescatori is bekend om zijn eethuisjes, Isola Bella om zijn slot en Isola Madre om zijn prachtige aanleg. Om het meer via Arono en sesto Calende naar huis.

Dagtocht naar De Monte Rosa

Van Bedero linksaf over Musadino naar Laveno. Met de pont naar Intra. Linksaf en na 7,5 kilometer rechtsaf naar Margozzo, Caszagno en Vogogna. 2 km voorbij Vogogna linksaf het dal van de Anza

Volgen, een prachtige weg. Tot Macugnaga is het 28 kmen u kunt nog verder naar Pecetto di Sopra. Onderweg fotogenieke dorpjes en watervallen. Aan het eind voelt u de koude adem van de Dufour Spitze (ruim 4600 meter) Winkeltjes in Macugnaga en wandelingen in Pecetta di Sopra. (In Macugagna zelf is niet zo heel veel te beleven. Het is vooral een wintersportplaats met hoofdzakelijk houten huizen. De winkels zijn er gesloten van ong. 12 tot 16 uur. U moet Macugagna dan ook vooral als startpunt voor wandelingen of als het keerpunt op een hele mooie route.) Terug door het Anzadal met steeds andere uitzichten. Aan het eind, voor het spoorwegviaduct linksaf richting Domodossola. Voor deze plaats rechtsaf, over een brug en linksaf naar Masera. Hier weer rechtsaf door Valle Vigezzo omhoog naar Santa Maria Maggiore. Even doorgaan naar Ré, waar de reeds eerder genoemde bedevaartkerk is. Terug tot Malesco, daar linksaf en via Finero naar Cannobio door woeste natuur en met prachtige uitzichten. In Cannobio linksaf via Ascona en Locarno om het meer heen naar huis of als u niet genoeg tijd meer heeft met de pont vanaf Intra terug.

Dagtocht naar Orta

Weer van Bedero linksaf over Musadino naar Laveno. Met de pont naar Intra.Linksaf, maar nu de weg houden tot Gravellona en rechtdoor naar Omegna. In de stad linksaf en langs de oever van het Lago di Orta. Na 15 km rechtsaf naar Orta, dat op een schiereilandje ligt. Zeer merkwaardige plaats met overdekte straatjes, oude gebouwen en een oeverpromenade. Warm aan te bevelen: een roeibootje huren voor een paar uur en dan roeien naar het eilandje San Giuglia. In Orta terug nemen we weer de auto en rijden in de zuidelijke richting tot Borgomanero. Hier linksaf tot Sesto Calende. Direct na de brug met de twee verdiepingen rechtsaf lussen onder de brug door en dan in de noordelijke richting via Angera, Ispra en Lavano terug naar huis.

Tweepassentocht (voor een lange dag)

Met de pont bij Laveno oversteken naar Verbania/Intra en noordwaarts rijden naar Domodossola. Het is ook mogelijk om te rijden via Locarno-Centovalli naar Domodosolla. Vanuit Domodosolla richting Brig. U passeert Iselle waar u met de auto op de trein kunt gaan en na circa 20 minuten door de Simplontunnel uitkomt in Brig. Wilt u niet per trein? De pas zelf is ook eenvoudig te nemen. De maximum helling is ca. 9% en de weg is werkelijk heel goed te berijden. Vanuit Iselle gaat de weg over lange rechte stijgende wegen omhoog. Er zijn steeds mooie uitzichten. Op de pas hoogte passeert u het oude Stockalper Hochspitz aan uw rechterhand. Dit betrekkelijke lompe gebouw wordt door de monniken beheert. Na 800 meter bent u op de eigenlijke pashoogte waar een grote adelaar staat ter herinnering aan de mobilisatie van de Zwitserse troepen tijdens de tweede wereldoorlog.
De afdaling heeft in het begin enkele bochten, waarbij u veel galerijen passeert. Ook aan het eind, als u de Brig nadert, zijn er veel bochten in de weg, maar laat u zich hier niet door weerhouden want het is werkelijk niet moeilijk. Over Berisal Lauenen komt u in Brig. Brig ligt in het Rhônedal en is een echt centrum met een mooie winkelstraat, waarin ook enkele warenhuizen. De tocht gaat verder in de richting Gotthard/Gletsch, waarbij u met de rhône aan uw rechterhand aankomt in Mörel. Hier de auto geparkeerd  en met een prettige kabelbaan naar de Riederalp.
Hier is een fenomenale wandeling te maken. Eerst sterk stijgend, dus in een rustig tempo naar de Riederfurka. Dan door het natuurgebied “Aletschegletscher”. Ook rondom is veel te zien en u zult veel stoppen om alles in u op te nemen. Overal zijn de witte toppen drie/vier duizenders waar te nemen. Ook de Mattherhorn is zeer goed te zien. Het laatste deel door het Aletschwald is sterk stijgend, waarna u bij de Blausee komt. Dit bergmeer ligt op circa 1800 meter hoogte en hier begint de terugtocht naar de kabelbaan bij Riederalp. Zelfs voor mensen die veel hebben geklommen is dit een tocht van adembenemende schoonheid. Weer aangekomen in Mörel verder per auto het Rhônedal in. U passeert Betten, Fiesch (een ook het bordje Ausserbin, wat op zichzelf ook een tocht waard is) en dan komt u uiteindelijk aan in St. Ulrichen, waar we rechtsaf gaan de Nufenenpas op. De pas is beschreven in “Heen en terugreis door Zwitserland” De pas heeft een stijgingspercentage van circa 10% en is prachtig geasfalteerd. Na aankomst in Airolo over Bellinzona terug naar Luino, waar u de volgende dag wel een poosje op uw terras zult nagenieten van deze tocht.

Ville Taranto Te Palanza

Deze prachtige botanische tuin is gelegen op de Punta Della Castagnola tussen Pallanza en Intra. Een Schotse edelman, Kapitein Mac Eacharn, kamerheer van de Koningin van Engeland, kocht dit landgoed van een Italiaanse Markiezin in 1931. Ruim 100 arbeiders maakte er in 30 jaar de tuinen van zoals ze er nu bijliggen. De kapitein zelf maakte verschillende wereldreizen om zaden en planten te verzamelen. In 1964 overleed hij op 80-jarige leeftijd en werk bijgezet in en kapel, temidden van zijn bloemen. Voor een bezoek aan deze tuin moet u een mooie dag uitzoeken. U kunt er namelijk uren rondwandelen. Vijvers met Lotus en allerlei kleuren waterlelies, Exotische bomen en bloemen. Let u eens op de vaantjes van Davidia (zakdoekjesboom) en de vele ook in Indonesië voorkomende planten. Bij de ingang kunt u planten kopen en het zal u opvallen dat u daar uit Holland afkomstige veilingkistjes met b.v. Heide ziet staan.

Monte Mottarone (zie ook Ortha)

Luino – Laveno – Cerro del Lago Maggiore (Met geleidelijke aflopend strand geschikt voor kinderen) – Ispra – Ranco, dat evenals iets zuidelijker gelegen Angera een Lido heeft. Sesto Calende (Industrie – en handelscentrum) – Arona met mooi achterland en beboste heuvels. Op circa een half uur van de stad het bekende bronzen standbeeld Colosso di San Carlo. Dit beeld is inwendig te beklimmen via een wenteltrap. In Arono neemt u de weg naar Borgomanero, dan naar Invorio en vervolgens naar Orta. Het Lago di Orta is een aardig meer. Orta zelf ligt op een schiereiland met mooie, smalle straatjes en oude huizen. Van Orta via Armeno naar de Montemotterone (1420 meter) over goede wegen. Een steile klim voert naar de top met een restaurant en een geweldig uitzicht.
In het westen de Monta Rosa met gletschers – in het noorden uitzicht op de Walliser Alphen en in het zuiden de Po-vlakte met Milano en Torino. Verder kunt u 7 meren zien. Vanaf de Mottarone daalt u aan de noordzijde af naar Stresa via Alphen Alberro – Cignese (waar het paraplumuseum gevestigd is) – Vezzo – Stresa. Stresa is een van de betere plaatsen met een mooie boulevard en gezellige terrasjes. Ook smalle straatjes met fijne winkeltjes. Stresa is het uitgangspunt voor een bezoek aan de eilanden. Van Stresa over Baveno met zijn bloemenklok, richting Domodossola. Via Mergozzo naar Intra en daar met de pont terug.

Monte Lema

De Monte Lema is een 1624 meter hoge berg en de Zwitserse/ Italiaanse grens loopt praktisch over de top. De Monte Lema is per kabelbaan te bereiken en ligt ten noordoosten van Luino. De boomloze ronde top is duidelijk te zien vanuit ons park (tussen de achterzijde van de receptie en de ingang van de kiosk) Het dalstation van de dubbele stoeltjeslift ligt in Miglielia in Malcantone (Zwitserland) Dit dorp is bereikbaar via Fornasette, Sessa, Astanio, Banco en Novaggio. Gaat u met de stoeltjeslift en heeft u nog wat tijd over neem dan vooral een kijkje in de kleine kerk, die u boven het dorp ziet liggen. Het is de kerk van Santa Catharina. Als u er binnenkomt  zal het u noden om even te gaan zitten en de prachtige Fresco’s uit de 16e eeuw aandachtig te bekijken.
Het hangt van de wandelingscapaciteiten van het gezelschap af wat gedaan kan worden. U kunt dus met de kabelbaan omhoog gaan, daar wat rondkijken en weer afdalen. Goede wandelaars zullen naar beneden willen lopen, maar het mooiste is, als er een minder goede wandelaar(ster) bij het gezelschap is, dat die met de kabel teruggaat naar Miglieglia en de auto dan terug rijdt naar en ander dorp, bijvoorbeeld Astano, om daar de terugkomst van de wandelaars af te wachten. De reis naar boven duurt 20 minuten en biedt al direct een prachtig uitzicht op Malcantone en het meer. Bij het bergstation is een klein restaurant; de top ligt ongeveer 80 meter hoger. Op de top heeft u het uitzicht naar alle kanten, niet alleen het Lago Maggiore maar ook talrijke Alphentoppen. Na dit alles bekeken te hebben begint de afdaling naar de van te voren afgesproken plaats. Voor dit geval houden Astano aan.
Hoewel de top nog Zwitsers is ontbreekt een goede wegaanduiding; een kaart is dus wel nodig. Bijvoorbeeld de stafkaart Malcantone 1:50.000. De weg gaat eerst pal zuid , over de graat, die hier boomloos is. Na een klein bergje aan de meerzijde omtrokken te hebben , komt er steile afdaling naar een zuidelijk pasje dat tussen de Monta Lema en een zwaar begroeide berg ligt. Bij dit pasje staan twee wegwijzers, die verschillende wegen naar Astano en andere bestemmingen aangeven. Astano ligt juist achter de begroeide berg en is zowel rechtsom als linksom te bereiken. Prachtige wandelwegen door het bos brengen ons uiteindelijk in dit bos , waar de chauffeur van onze auto vermoedlijk te vinden is in het Albergo Della Post. De wandeling is vrij vermoeiend, omdat een deel van de weg zeer steil daalt. Prima schoenen zijn dan ook noodzakelijk.

Monte Bedea

Vanaf de noordoostzijde van Luino zijn tochten naar Agra en Curiglia niet alleen mooi maar met veel mogelijkheden. Te voet naar Agra is ook goed mogelijk. Vanuit Luino gaande komt men eerst in Poppina en van hieruit kunt u (ook te voet) naar de Monte Bedea met mooie uitzichten onderweg. In Poppina gaat de weg rechtsaf naar roggiolo. Rechtdoorgaande komt men in Dumezza, vanwaar de Monte Lema in ongeveer 4 uur te beklimmen is (zie de beschrijving Monte Lema)

Alpe di Neggia

Langs de weg om het meer over Macagno-Zenna (grens) en San Nazarro naar Vira. Hier het achterland in, in de richting Indemini. De weg naar Indemini via Fosano is in het begin slecht met vele en steile bochten. U rijdt tot Alpe di Neggia en gaat vandaar te voet naar de top in circa 1,5 uur. De Neggiapas is omgeven door weiden en is een uitgangspunt voor de hierna beschreven route naar de Monte Tamaro. Op de pashoogte is een restaurant. Afdalen naar Indemini en dan via Lozzo-Armio-Graglio-Magagno naar Luino. U kunt echter nog bij Armio een weg naar rechts in en komt dan op de forgora. De Forgora wordt in de winter veel bezocht voor te skiën. Er zijn dan wat liften. Het is een gebied wat niet erg makkelijk te bereiken is doordat de wegen te smal zijn om te passeren. Voor wintersport kunt u beter de Monte Lema of de Monte Tamaro nemen. Van Vira naar Indemini ziet u links Valle di Vira. Van Indemini naar Maccagno rijdt u  langs Valle Verdasca.

Monte Tamaro

Een tocht met een “bergbeklimming”. In principe gelijk aan de tocht naar de Monte Bedea. U gaat naar Indemini direct vanuit Macagno. De Neggiapas kan als uitgangspunt dienen voor de bestijging van de Monte Tamaro of de Monte Gambarogno. Het uitzicht van de Monte Tamaro is het mooist.

Maccagno

Op de weg naar de Monte Tamaro komt u door Maccagno. Het dorp wordt door het riviertje de Giona als het ware in een hoog en laag gedeelte verdeeld. Een mooie wandeling van ongeveer 2 uur is naar het Lago d’Elio.

Lago D’Elio (zie hierboven)

Indemini

Dit is en andere route dan de beschrijving naar de Mont Bedea en de Monte Tamaro. Via Luino in noordelijke richting langs het meer tot Meccagno. Nu rechtsaf en omhoog naar de pas van Indemini. Vrij smalle weg met mooie uitzichten, veel natuurschoon. Aan de andere kant naar beneden tot Vira (Lago Maggiore) rechtsaf richting Bellinzona, naar Cadenazzo weer naar rechts richting Lugano. Na ongeveer 20 kilometer rechtsaf de bergen in en via Gravesando, Arosio, Fescoggia, Breno, Nocaggio, Astano en Sessa (alles even schilderachtig) afdalen naar Fornasette en vandaar via Luino terug.

Agra

De weg naar Agra is aan de andere zijde van Luino. Heeft u behoefte aan een leuke wandeling dan doet u er goed aan om eerst met de auto de weg naar Fornasette te rijden. Op die weg is de afslag naar Agra aan uw linkerhand. Er is wel ergens een geschikte plaats te vinden om de auto te parkeren. Bent u niet zo’n wandelaar dan rijdt u door naar een punt waar u het Lago Maggiore in de lengte kunt overzien. Er is daar een restaurant met een groot terras, waar u heerlijk kunt zitten om van het uitzicht te genieten. Ook daar in de buurt kunt u goed wandelen, hoewel het geen rondwandeling  maar een heen en weer wandeling is langs een slingerweg met prachtige uitzichten. Ook in de Agra zelf is het de moeite van rondwandelen waard.

Menaggio (dagtocht)

Naar Lugano en in de noord – oostelijke richting langs de oever van het meer naar Gandria, een zeer bezienswaardig dorp, waar de straatjes in de hoofdzaak uit trappen bestaan. Verder via Polezza naar Menaggio (Comomeer). Hier kun wandelen langs de boulevard en de oude straatjes. Exotische beplanting. Dan in de zuidelijke richting langs het meer tot vlak voor Argegno. Rechtsaf door Valle d’ Intelvi omhoog tot Lanzo d’ Intelvi. In Lanzo op de rotonde Svizzera aanhouden. Schitterende afdaling tot Maroggia aan het meer van Lugano. Op de grote weg rechtsaf  (niet de vierbaansweg) Brug over tot Melide en dan linksaf naar Morcote. Steeds het meer volgen tot de weg van Lugano naar Ponte Tresa en naar huis terug. Vooral in het voorjaar groeien er bijzondere planten in de buurt van Lanzo d’ Intelvi.

Bellagio (dagtocht)

Afdalen naar Germignaga en dan rechtsaf over Brinzio naar Varese en vandaar naar Como, alwaar een gezellige boulevard en park aan het meer. Dan richting Lecco maar na ongeveer 15 kilometer – bij Erna – op de kruising linksaf, de bergen in met steeds mooier wordende uitzichten over het Lago di Lecco en zo naar Bellagio, op het punt waar het Lago di Lecco en het Comomeer bijelkaar komen. Terug langs de oostoever van het Comomeer. Prachtige weg door veel schilderachtige dorpjes tot Como. Via Chiasso en Lugano naar Luino terug.

Monte Piambello (halve dag)

Over Roggiano naar de grote weg. Hier rechtsaf richting Ponte Tresa tot Chirla. Rechtsaf richting Varese. Na ongeveer 3 kilometer (Boarezzo) linksaf er bergop. Het laatste stuk is onverhard. Boven op de Monte Piambello een goed uitzicht over het meer van Lugano. Aan de andere kant omlaag over een zeer primitieve weg, maar het kan wel. Via het terrein van een sanatorium naar Cuasso al Monte en Cuasso al Piano. Op de hoofdweg linksaf naar Porto Ceresio. Hier weer linksag en langs het meer van Lugano naar huis.

Monte Bre en Monte Salvatore

Over Ponte Tresa naar Lugano. Noordwaarts langs het meer en na een aantal kilometer linksaf richting Monte Bré. Met veel zigzags bergop. In Bré parkeren en te voet naar de top. Uitzicht over het meer en de stad. Terug naar Lugano, de hele stad door, zoveel mogelijk de boulevard aanhouden tot de richtingsborden met o.a. Figino. Hier rechtuit (boulevard verlaten), berop naar Carona (de weg naar Figino rechts laten liggen) Hier zijn we op de flank van de Monte Salvatore. Halverwege Vico mooie uitzichten op het meer en de dam van Melide. In Vico linksaf, afdalen naar de oever, alwaar rechtaf en via Morcote en Figino naar Ponte Tresa en verder naar huis terug.

Lugano en omgeving

Lugano biedt vanaf het station een prachtig panorama. De oude stad ligt aan uw voeten en u ziet over het gehele meer. Oud Lugano is leuk om doorheen te wandelen; nauwe straatjes met veel chique winkeltjes. Voorts is een beetje flaneren langs het meer iets wat u zeker moet doen. Vanaf het station kunt u lopend afdalen door de oude stad naar het meer. U kunt er ook komen door het tandradspoortje te nemen. Langs het meer kunnen zowel naar de oostelijke richting als naar de zuidelijke richting goede wandelingen worden gemaakt. Lugano ademt een bepaalde sfeer uit.
Oostwaarts is richting Castagnola en zuidwaarts is de richting Paradiso. Tegenover Castagnola ligt de Monte Caprino. Achter Castagnola ligt de Monte Bré, waar u of per auto of per kabelbaantje heen kunt. (Zie afzonderlijke beschrijving Monte Bré) Vanaf de Monte Bré is het uitzicht werkelijk onvergetelijk. Vanaf de Monte Bré is teruglopen mogeliojk over de dorpen Aldesago, Albenago en Ruvigliana.

Valle Solda

Via Gandria vauit Lugano eenvoudig te bereiken. Gandria ligt tegen en in de rotsen en is een toeristisch trekpleister. Het heeft zeer nauwe straatjes, die uitsluitend te voet te bereiken zijn. Per auto kunt u bij Gandria komen door boven deze plaats langs op de driesprong rechtsaf te gaan en dan langzaam af te dalen naar het eigenlijke plaatsje. Terugkerend naar de eerder genoemde driesprong  vervolgen we onze weg en rijden dan via Brogna (grens) langs en boven het meer van Oria. Doorrijden naar Pianca waar Valle Solda begint. Ook doorrijden tot San Matema is goed om in dit dal te komen. Het berglandschap is prachtig en een wandeling vanuit San Matema is de moeite waard. Lopend dus via Puria naar Dasio over een goed pad naar de Passo Stretto ( circa 1100 meter) Vanaf de pas weer dalen in de richting Porlezza en vandaar per bus of boot terug naar de auto in San Matema.

Valle Colla

Door dit dal van het riviertje de Cassarate noordwaarts. U bereikt het aan de oostzijde van Lugano en volgt daar de waterloop, waar u langs blijft rijden tot Pregassona. Links naar ressiga en rechts naar Cannobio, Comano, Sureggio. U komt uit in Teserette. Veel kastanjebossen, wijngaarden enz. In deze omgeving kunt u veel wandelingen maken waarover u zich uitstekend kunt laten voorlichten bij de VVV te Lugano of bij de plaatselijke VVV te Tesserette.
Het Valle Colla wordt ook wel het dal de oude kerktorens genoemd. Er staan er heel wat en over het algemeen uit de 15e en 16e eeuw. Voor een echte bergtocht gaat u van Tesserette naar Bidogno en met een haarspeldbocht door naar Corticiasca, waar u de Monte Baro (1800 meter) kunt beklimmen. Dan wordt het wel een hele lange dag. De rit gaat zeer hoog langs steile afgronden via Bogno en Colla, waar links de Dolemietachtige Dent Della Vecchia ligt. Door naar Sonvico waar het uitzicht op de voornoemde berggroep nog mooier is. Vanuit Sonvico kunt u te voet naar San Martino met de oudste kerk van het dal. In Sonvico komt u weer in het eigenlijke dal van de Cassarate en over Dino, Cadro, Davesco en Soragno komt u weer aan uw uitgangspunt aan de oostzijde van Lugano terug.

Morcote (halve dag)

Juist voor Lugano rechts af in de richting Morcote over Carabietta. Het is ook mogelijk door te rijden naar Lugano, dan naar rechts richting Melide en vandaar over Carona terug naar de meeroever en dan weer in zuidelijke richting naar Morcote. Vroeger was Carono een belangrijke plaats. Veel architecten, schilders en beeldhouwers kwamen in deze plaats. Dat is het dorp ook wel aan te zien. Oude huizen, reliëfs en schilderingen. De kerk is ook heel mooi. Even ten zuiden van Carona liggen nog een drietal kerken die voor kunstminnaars van belang zijn. Vanuit Carabietta of Carono komt u in Morcote, dat aan de zuidpunt van het meer van Lugano ligt. Het oude karakter van het dorp wordt met zorg bewaakt en er is praktisch geen nieuwbouw. Een wandeling onder de overdekte bogengallerij langs het meer met eventueel een etentje en het kopen van een aantal souvenirs. Door Morcote zelf kunt u uitsluitend te voet over veel trappen, de boven het dorp gelegen kerk, bereiken waar u een aardig uitzicht heeft op het meer en de omgeving. De kerk, de “Madonna Del Sasso” is 13e eeuws. U kunt langs een andere weg weer terug naar Morcote. Ten noord – oosten van Morcote ligt Vico Morcote en afhankelijk van de weg die u gekomen bent kunt u dit op de heen – en terugweg bezoeken.

Melide

Te combineren met de tocht naar Morcote. Het miniatuurstadje in de geest van Madurodam is bedoeld als reclame voor de verschillende Zwitserse industrieën. In juli en augustus geopend van 8:00 tot 22:00. Van Melide kunt u doorgaan over de dam, met naast u de spoorweg, naar Brissone en dan met het meer rechts naar Maroggio, Melano en Capolago. Het reintje gaat vanuit Cagolago en hiermee komt u in een klein uur over de Bella Vista. Het is een tandradspoor. Vanuit Mendrissio kunt u er ook met de auto komen. Van Generosso Vetta naar de Monte Generosso (circa 1700 meter) met het reintje of met de auto. Op de Monte Generosso heb je een prachtig uitzicht over de zuidzijde van de alphen en de laagvlakte van Lombardijen. Een restaurant is aanwezig.

Een dagje Laveno

Laveno is zelf – hoewel daar vaak de oversteek naar Intra wordt gemaakt - niet zo bekend. Het is de entree naar de Podelta en eveneens naar het gebergte van Zuid – Zwitserland en Italië. Er is zoal wat industrie, vooral aardewerk. Opvallend is de steile Sasso del Ferro, een beboste hoogte van ongeveer 1050 meter . U kunt langs de kustweg maar ook langs andere wegen via Brezzo rijden. Onderweg komt u door verschillende Galleria’s  en het moet u  dadelijk opvallen dat de flora direct veel subtropischer is dan in Luino. Bij aankomst in Laveno ziet u al gauw een bord met “FUNIVIA” . Als het een heldere dag is kan je met de kabelbaan naar boven. Hiervoor moet u wel winddichte kleding meenemen, want het kan daar aardig waaien. Maar u doet het alleen als het een zogenaamde “Monta Rosa” dag is. Tevens moet u er ook vroeg voor opstaan, anders staat de zon aan de verkeerde kant , zodat u alles niet zo goed kunt zien. Het uitzicht is onbeschrijfelijk. U  ziet de baai van Laveno met altijd wel een pont of boot of een paar zeilbootje of surfplanken. Aan de overzijde de Punta Della Castagnola, Intra en Pallanza. Tegen de bergen Béé, Premeno en Pian di Sole. Op de voorgrond de Barromesche eilanden en verderop Baveno en Stresa. Draait u zich om dan ziet u de meren van Varese, Monate en Comabbio met de hoge top van de Campo dei Fiori. Het mooiste gezicht heeft u naar het noordwesten op de hoogste toppen van de Alphen, de “vierduizenders” . Deze tocht is bijzonder aan te raden, maar nogmaals alleen met zeer helder weer!!! En u kunt ook alles vanuit een stoel in het restaurant of bar bekijken. Zoals het hele gebied van het Lago Maggiore heeft Laveno onder het heerschappij gestaan van alle soorten regeerders. De Galliërs, de Kimbren en de romeinen hebben er tegen elkaar gevochten. Laveno is in handen geweest van leenheren, aartsbisschopen en beroemde families, Visconti, Sforza en Borromeo. De Spanjaarden en de  Oostenrijkers zijn er geweest en in 1859 hebben de Oostenrijkers er gevochten met de aanhangers van Garribaldi (in het museum in Varese is een blijvende tentoonstelling over de Garribaldi-tijd) Laveno werd definitief Italiaans omstreeks 1860. Op de boulevard staat een monument ter nagedachtenis van de gevallenen. In de mooie kerk van Sante Giacomo en Philippo (1935) vindt u mooi terracotta beeldwerk  en schilderijen van Salvini. Ook de daarbij gelegen parochiekerk is de moeite van het bezichtigen waard. Op weg van luino naar Laveno komt u door het voorgebergte van San Michele. Op de berg zijn de overblijfselen van een fort en een rustig park.

Sante Catherina De Sasso

Sante Catherina De Sasso heeft ongeveer 5 kilometer ten zuiden van Laveno heeft  een rotskerk.
In Gemonio, 10 kilometer ten zuidoosten van Laveno vindt u in de oude kerk S. Pietro fresco’s en een altaar uit de 10e eeuw.

Dagtocht naar Varese

Van Germignaga naar Grantola (richting Varese) en vandaar over Cunardo. In Cunardo kunt u de pottenbakkerijen bezichtigen. In de omgeving is ook veel natuurschoon. Doorgaan naar Varese. De Piazza Monte Grappa vormt het centrum van de stad met in de directe omgeving de kerk St. Vittore, waarvan de toren ongeveer 70 meter hoog is en gebouwd werd in de 16e eeuw. Loopt u in de richting Laveno vanaf de Monte Grappa dan komt u langs het stadshuis (18e eeuw) Achter dit stadhuis is een prachtige tuin met daarin het historische museum Civico. Vanuit Varese zijn er veel mogelijkheden voor excursies. In het meer van Varese ligt het eilandje Isola Virginnia dat met een bootje te bereiken is. Op 8 kilometer van de stad ligt aan het noordwesten de Santa Maria del Monte – een bedevaartsplaats.  U kunt er komen via het plaatsje S. Ambrosio en vandaar lopend langs de 15 kapellen, die elk een episode uit het leven van Christus voorstellen, de eigenlijke kerk bereiken. Heel mooi is de Campo dei Fiori, een langgerekte heuvelrug ten noordwesten van Varese, met prachtige uitzichten. U kunt er ook heen met een zweefbaan. Let u vooral op de prachtige plantengroei. Het gebied is uiterst beschermd en wordt gebruikt voor studie biologie. We vonden er cyclamen, leverbloempjes in verschillende kleuren, vleugelnootjes enz. enz.
Het uitzicht van de Campo Fiori wordt nog overtroffen door de vergezichten vanaf de Monte Tre Croci, waar u met een wandeling van 8 minuten kunt komen en waar u zes meren kan zien. En let u op de terugweg vooral op de schitterende bomen die in Varese groeien. Door de speciale ligging van de stad ten opzichte van de windrichting, vochtigheidsgraad enz. is Varese een paradijs voor dendrologen.


Terug naar Tips en Trips